Tekst en foto’s: Ellen van den Doel
In dit artikel 10 tips die je verder helpen te ontwikkelen in landschapsfotografie. Welke instellingen heb je nodig en aan welke spullen zijn handig om te hebben?
1. Plan je foto
Onderzoek het gebied van tevoren. Kijk naar het weer, de zonnestand en mogelijke interessante elementen in het landschap. Een handige app hiervoor is Photo Pills.

2. Gebruik een statief
Een statief helpt bij het voorkomen van bewegingsonscherpte, vooral bij langere belichtingstijden. Dit is handig bij zonsopkomst en zonsondergang. Vraag je je af waar je aan moet denken als je een statief aan gaat schaffen, lees dan dit artikel eens.

3. Werk met het juiste licht
Fotografeer tijdens de gouden uren (kort na zonsopgang en voor zonsondergang) voor zachter licht en warmere tinten. In de winter heb je rondom de kortste dag de hele dag mooi zacht licht. Het voordeel is dat ook de contrasten minder hard zijn tijdens deze momenten.

4. Creëer diepte
Voeg elementen toe in de voor-, midden- en achtergrond om diepte te creëren en de kijker het gevoel te geven dat ze echt in het beeld kunnen stappen.

5. Let op de compositie
Gebruik bijvoorbeeld de regel van derden om je frame te verdelen en interessantere composities te maken. Of ga juist op zoek naar symmetrie. Belangrijk is om objecten niet te dicht tegen het kader te plaatsen, dit trekt de aandacht op een negatieve manier.

6. Filters gebruiken
- Polarisatie filters verminderen schitteringen en versterken kleuren.
- ND-filters (Neutral Density) kunnen handig zijn voor het verminderen van licht. Hierdoor kun je langere sluitertijden gebruiken wat nieuwe creatieve mogelijkheden geeft.
- Lees hier meer over filters.

7. Kies de juiste diafragma waarde
Voor landschappen wil je vaak een grote scherptediepte. Gebruik een kleiner diafragma (groter f-getal) om ervoor te zorgen dat zowel de voorgrond als de achtergrond scherp zijn. In veel gevallen is een waarde tussen de f/9 en f/11 al voldoende. Hogere waardes kunnen natuurlijk, maar ga je te hoog dan verlies je veel licht en komen er eerder lensfouten.

8. Wees geduldig
Wacht op het juiste moment en wees geduldig. Het licht en de omstandigheden kunnen snel veranderen. Ga bijvoorbeeld bij zonsondergang niet te snel weg, de mooiste kleuren komen vaak pas na zonsondergang.

9. Verken verschillende brandpuntsafstanden
Probeer zowel groothoek- als telelenzen om variatie in je foto’s te brengen. Een specifiek brandpunt voor landschapsfotografie is er eigenlijk niet. Alles kan. 🙂

10. Bewerk met zorg
Gebruik nabewerkingstools om subtiele aanpassingen te maken aan belichting, kleur en scherpte zonder overdrijving. Natuurlijk blijft nabewerking smaak. Het kan helpen om je foto even te laten liggen en er later nog eens naar terug te kijken. Dan bekijk je hem vaak al weer objectiever. Zeker als je je foto bewerkt net nadat je het moment beleefd hebt, is je blik ook nog gekleurd door de emotie ervan.

Online cursus landschapsfotografie
Wil je meer leren over landschapsfotografie? Volg dan de online cursus landschapsfotografie. Deze kun je in je eigen tijd en op eigen temp volgen. Alles met betrekking tot landschapsfotografie wordt hierin behandeld.
Workshop landschapsfotografie
Ga je liever in het veld op pad met een docent? Dan hebben we op verschillende locaties in het land workshops landschapsfotografie voor je.