Tips voor veilig vliegen met de drone

Tekst en foto’s: Ellen van den Doel

Drones hebben de manier waarop we landschappen vastleggen compleet veranderd. Vanuit de lucht openbaart zich een heel nieuw perspectief, maar om echt het maximale uit je drone te halen, is het belangrijk om te begrijpen hoe de techniek werkt en hoe je veilig vliegt. In dit artikel geef ik praktische tips over de technische kant van dronefotografie.

Controleer op updates

Zeker als je de drone al even niet gebruikt hebt, is het belangrijk om voor het vliegen te controleren op updates. Het is slim om dit te doen wanneer je WiFi signaal hebt. Heb je een controller met ingebouwd scherm, dan moet je de controller verbinden met het aanwezige WiFi signaal.

Controleer no fly zones

Controleer voordat je gaat vliegen of je daar ook daadwerkelijk mag vliegen. De drone geeft niet alles automatisch aan. In Nederland kun je dit zien op deze website.

Drone fotografie - Ellen van den Doel

Controleer de hoogte van RTH

Voordat je gaat vliegen is het belangrijk om eerst een aantal instellingen door te nemen in het menu. Controleer waarop de hoogte van Return To Home is ingesteld. Dit is de hoogte naar waar de drone terug keert voordat hij terug vliegt naar jou. Heb je veel objecten in de buurt, schat dan de hoogte hiervan in en zorg dat de RTH hoger ingesteld staat. Wanneer de RTH onnodig hoog ingesteld staat duurt het langer voor je drone terug is en kost het meer accu. Maar wees niet te zuinig in dit geval en kies vooral voor veilig.

Controleer hoe RTH omgaat met obstakels

Wanneer jij of de drone RTH inschakeld is het belangrijk om te weten hoe de drone zich gedraagt bij obstakels. Hij kan staan op “bypass”, dan gaat de drone om obstakels heen. Hij kan ook ingesteld staan op “brake”. De drone remt dan voor een obstakel en jij moet de besturing verder overnemen. “Bypass” is dus de veiligste optie in dit geval.

Drone fotografie - Ellen van den Doel

Voldoende satellieten

Controleer voordat je opstijgt of de drone verbinding heeft met voldoende satellieten. Dit is belangrijk voor de GPS bepaling van de drone. Wanneer het icoontje van de satellieten rechts bovenin wit is, dan is het veilig om te vliegen. Als je dan opstijgt, wacht dan even op 1 meter hoogte boven de grond totdat je hoort “homepoint update”. Nieuwere modellen met DJI O4-transmissie en geavanceerde GPS hebben de optie dat het Home Point automatisch meebeweegt met de controller/piloot, mits deze ook een GPS-signaal heeft.

Activeer Google Maps

De controller is eigenlijk een cockpit. Deze geeft je alle informatie die je nodig hebt om veilig te vliegen. Een belangrijk hulpmiddel daarbij is Google Maps. Je vindt Google Maps links onderin terug. Hier zit een optie op het scherm die verschillende mogelijkheden kan laten zien. Door erop te tikken kun je switchen naar de Google Maps weergave. Wanneer je vliegt met een oudere controller waarbij je de smartphone moet gebruiken heb je meestal automatisch informatie voor Google Maps via je 5G verbinding van je telefoon. Vlieg je met een controller met ingebouwd scherm moet je zelf zorgen voor verbinding. Maak in je telefoon een WiFi hotspot aan zodat je de verbinding van je telefoon kunt delen met de controller. De controller maakt dan WiFi verbinding via je hotspot. Weet je dat je gaat vliegen in een gebied waar je geen bereik hebt? Dan kun je van te voren de kaart offline downloaden.

Drone fotografie - Ellen van den Doel

Zorg dat je zelfstandig de drone terug kunt vliegen

In de praktijk zie ik veel beginnende drone gebruikers die eigenlijk niet goed weten hoe de drone werkt en alles op automatisch laten doen. Het is belangrijk dat jij controle hebt over de drone en niet andersom. Daarom is het erg belangrijk voor je echt actief aan de slag gaat met de drone om te leren hoe je de drone zelf weer terug vliegt naar het homepoint (je startpunt). Hiervoor kun je een aantal dingen gebruiken:

  • Besturing op zicht, je ziet de drone vliegen en kunt hem op die manier naar je terug vliegen.
  • Besturing op zicht, maar dan via het scherm van de controller. Je herkent je omgeving en kunt jezelf zo terug vinden.
  • In het scherm wordt altijd de gele H weergegeven. Die is altijd gepositioneerd waar jij bent. Zo kun je de drone richten op het terugvliegen naar de H.
  • Terugvliegen op Google Maps. Je zult zien dat de drone altijd een rechte lijnt trekt op de kaart tussen jou en de drone. Zorg dat de pijl wijst in de richting van deze lijn en vlieg op deze manier terug.
  • Tijdens de landing kun je de camera module volledig naar beneden draaien (top down) om zo je omgeving te bekijken en te zorgen dat de landingsplaats exact in het midden van het scherm zit.

Het is dus hiervoor ook van belang dat de je de besturing van de drone goed onder controle hebt. Dat je weet wat de joysticks doen. Om dit goed te beheersen is het een kwestie van veel doen en oefenen. De een heeft hier sneller gevoel voor dan de ander.

Verleg je grenzen op een rustig tempo

Wil niet te snel en te veel. Verken op eigen tempo de mogelijkheden van de drone en zoek niet gelijk de grenzen op. De meeste fouten (en crashes) worden veroorzaakt door over de grenzen heen gaan van de gebruiker (en drone). Vergelijk het opbouwen met auto rijlessen. Leg in het begin niet de focus op het fotograferen of filmen, maar leer eerste de drone te bedienen.

WORKSHOPS
ONLINE CURSUSSEN
FOTO WANDELINGEN

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven

Ontvang 10% korting op een online cursus!